Tijdens de Italiaanse veldtocht (1943-1945) speelde de Amerikaan Mark Clark een hoofdrol. Eerst als bevelhebber van het Amerikaanse 5e Leger, daarna van de 15e Legergroep. Zijn benoeming op 48-jarige leeftijd tot generaal maakte hem tot de jongste vier-sterren generaal in de geschiedenis van het Amerikaanse leger.
Mark Wayne Clark studeerde in 1915 af aan de militaire academie van West Point, tegelijk met zijn klasgenoot Dwight D. Eisenhower. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Clark als 22-jarige kapitein in Frankrijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam zijn carrière een vlucht. Hij kreeg het bevel over het Amerikaanse 5e Leger, dat op 9 september 1943 in Salerno aan land ging, als onderdeel van de geallieerde invasie van het Italiaanse schiereiland. Hoewel die invasie succesvol begon, stagneerde de opmars van de geallieerden toen de Duitsers enkele dagen later de tegenaanval inzetten. Toch werd Clark onderscheiden met het Distinguished Service Cross.
Tijdens de Italiaanse veldtocht ontsnapte Clark tweemaal aan de dood. Op 28 januari 1944 werd de torpedoboot waarmee hij op weg was naar Anzio per abuis beschoten door Amerikaanse schepen, waarbij meerdere doden en gewonden vielen. Zes maanden later ontsnapte hij opnieuw aan de dood toen de piloot met wie hij over Civitavecchia vloog de kabel van een versperringsballon over het hoofd zag.
Clark oogstte veel kritiek met zijn optreden tijdens de Italiaanse veldtocht. Zo leidde zijn poging in januari 1944 om de Gustav-linie te doorbreken door de Gari-rivier over te steken enkel tot zware verliezen. Deze operatie werd later “een van de meest kolossale en moorddadige blunders van de Tweede Wereldoorlog” genoemd. Zes maanden later kwam zijn besluit om Rome te bevrijden in plaats van het Duitse 10e Leger verder terug te dringen, hem op zware kritiek te staan. Desondanks werd Clark in maart 1945 op 48-jarige leeftijd tot luitenant-generaal bevorderd. Daarmee was hij de jongste vier-sterren generaal van het Amerikaanse leger. Mark Clark stierf in 1984. Hij werd 87 jaar.