Vanaf de landingen in Normandië van 6 juni 1944 zijn onvoorstelbaar grote aantallen geallieerde soldaten dag en nacht in touw om Europa te bevrijden van de Duitse bezetters. Vanaf de stranden van Normandië hebben ze ruim drie maanden nodig om uiteindelijk Nederland te bereiken.

Onderweg hebben ze al op veel verschillende plaatsen heftige strijd moeten leveren met de Duitsers. Deze zijn geenszins van plan om zich over te geven en verdedigen zich juist op een onverwacht hardnekkige manier. De geplande opmars naar Nederland verloopt daarom minder voorspoedig dan voorzien.

Maar eindelijk in de vroege morgen van 12 september 1944 steken de mannen van de 30ste Amerikaanse Infanterie divisie vlak boven Visé de Belgisch-Nederlandse grens over. Bij de Duitse troepen die in de regio gestationeerd zijn, slaat de twijfel toe: terugtrekken -met kans op executie ter plekke-, of standhouden en dan krijgsgevangen genomen worden of erger nog: het niet meer kunnen navertellen.

In Mesch klinkt plotseling veel geratel van Duitsers die met paard en wagen, volbeladen met alles wat ze maar van waarde vinden, zich duidelijk terugtrekken. De angst slaat ze om het hart als ze een Amerikaans verkenningsvliegtuigje boven zich zien cirkelen. Hoe ver zijn die Amerikanen nog weg? Ze besluiten dekking te zoeken in de boomgaarden in het dorp en confisqueren café van Hoven als lazaret. Gespannen wachten ze af wat er komen gaat.