- Monument/Memorial
- Gdańska 104, 82-103 Mikoszewo, Pologne
Nerveus geworden door het naderende Sovjet-leger, besloten de Duitsers in januari 1945 om het concentratiekamp Stutthof te evacueren. De gevangenen, al hongerig en zwak, moesten in de strenge winter dagenlang lopen, vrijwel zonder voedsel. Duizenden van hen stierven aan uitputting of werden gedood door Duitse bewakers.
In januari 1945 naderde het Sovjetleger het concentratiekamp Stutthof tot op 50 kilometer. Daarop besloten de Duitsers het kamp en de subkampen te evacueren. Op 25 januari 1945, na een appèl om vier uur in de ochtend, marcheerden ongeveer 37.000 gevangenen het hoofdkamp uit. Ze liepen een week lang in de richting van de kampen ten westen van Gdansk/Danzig. In afschuwelijke winterse omstandigheden en vrijwel zonder voedsel stierven veel gevangenen van uitputting. Duitse bewakers doodden degenen die niet in staat waren om te volgen. Ook in hun nieuwe kampen leden de evacués aan honger en ziekte. Tijdens deze dodenmars kwamen ongeveer 20.000 mensen om het leven. Zo’n 5.000 gevangenen uit de subkampen van Stutthof moesten deelnemen aan een mars naar de Baltische kust. Daar werden ze gedwongen in het ijskoude water te lopen waarna ze werden neergemaaid met machinegeweren.
Zo’n 12.000 gevangenen bleven achter in Stutthof, waar een tyfusepidemie uitbrak. Op 25 en 27 april 1945 startten de Duitsers een nieuwe evacuatie, dit keer over zee naar Flensburg en Lübeck. De helft van de evacués stierf al tijdens het transport. Hun naakte lichamen werden in de Oostzee gegooid. Bij het naderen van Lübeck gaven de lokale Duitse autoriteiten geen toestemming om de gevangenen aan wal te laten. Daarop werden bijna allen gedood. Zo kwamen ongeveer 7.000 gevangenen om het leven.
Toen het Rode Leger op 9 mei 1945 Stutthof bevrijdde, vonden ze slechts 140 nog levende gevangenen.