Tien boeken over de Tweede Wereldoorlog die je gelezen moet hebben…
Als je het licht niet kunt zien, Anthony Doerr (2014)
Deze New York Times’ bestseller gaat over een Frans meisje, Marie Laure, die op zesjarige leeftijd blind werd.
Haar vader, slotenmaker en sleutelhouder van het Nationaal Historisch Museum, bouwt een schaalmodel van hun buurt zodat ze uit haar hoofd kan leren hoe ze zich door de buurt moet navigeren.
De Duitse wees Werner heeft talent voor de wetenschap. Hij kan van alles repareren, met name radio’s. Dit talent zorgt ervoor dat hij opvalt bij de Nazi’s en hij wordt dan ook naar een school gestuurd waar de elite wordt getraind voor het Derde Rijk.
De paden kruisen wanneer Marie Laure met haar vader naar haar oom Etienne in Saint-Malo vlucht, tijdens de bezetting van Frankrijk.
Werner wordt ook naar Saint-Malo gestuurd waar Etienne zijn radio gebruikt voor het verzet.
Marie Laure en Werner proberen allebei te overleven in de chaos van de Tweede Wereldoorlog.
De jongen in de gestreepte pyjama, John Boyne (2006)
Bruno is een negenjarig kind, maar alles behalve vrolijk. Zijn vader heeft net een nieuwe baan dus zijn familie moet verhuizen. Bruno moet daardoor zijn huis, zijn buurt en zijn vrienden achterlaten. Zijn zus speelt niet met hem en de bedienden in huis zijn zwijgzaam. Zijn moeder probeert Bruno duidelijk te maken dat zijn vader zijn plicht doet maar daar begrijpt Bruno maar weinig van.
Bruno begrijpt niet waarom hij vanuit zijn nieuwe kamerraam uitkijkt op prikkeldraad en er zich groepen mannen en jongens in pyjama’s achter dit prikkeldraad begeven.
Langs het prikkeldraad ontmoet Bruno een jongen. Deze vriendschap brengt Bruno van onschuld naar openbaring over de Holocaust.
Onvrijwillig en onvermijdelijk wordt Bruno onderdeel van dit verschrikkelijke proces.
De jongen in de gestreepte pyjama won de C&R Press Poetry Prize. Een must-read voor jongvolwassenen.
Kommandants meisje, Pam Jenoff (2007)
Emma Bau, een negentienjarig meisje, is pas drie weken getrouwd wanneer de Nazi’s haar geliefde Polen binnenvallen. De man van Emma, Jacob, moet noodgedwongen onderduiken. Emma blijft achter, in het Joodse getto van de stad.
Op een avond smokkelt het verzet Emma uit het getto. Emma wordt naar Krakau gebracht om bij de tante van Jacob te gaan wonen waar ze zich een nieuwe identiteit aan meet. Vanaf dat moment gaat ze door het leven als Anna Lipolski, een niet-Joodse.
Emma’s situatie wordt complex wanneer ze wordt geïntroduceerd aan Kommandant Richwalder, een hooggeplaatste Nazi.
Hij huurt Emma in om zijn assistent te worden. Emma, met haar achtergrond in het verzet, gebruikt haar baan om informatie te krijgen over de Nazibezetting.
Om haar man Jacob te kunnen redden, wordt de relatie met de Kommandant intensiever. Op deze manier riskeert ze niet alleen haar eigen leven, maar ook dat van degenen van wie ze houdt.
Haar naam was Sarah, Tatiana de Rosnay (2006)
In 1942 wordt de tienjarige Sarah met haar ouders opgepakt en naar het Vélodrome d’Hiver in Parijs gebracht. Net voordat de politie bij hen kwam, heeft Sarah ongezien haar kleine broertje in een kast verstopt en hem belooft hem na een paar uur te bevrijden, maar Sarah wordt weggevoerd en ziet hem nooit meer terug.
Zestig jaar later wordt journaliste Julia Jarmond gevraagd een artikel te schrijven over die gebeurtenis in Parijs waarbij de Franse politie duizenden Joodse mannen, vrouwen en kinderen oppakten en ze naar concentratiekampen afvoerden. Tijdens haar onderzoek stuit Julia op familie geheimen die haar verbinden aan Sarah.
In haar New York Times bestseller onthuld Tatiana De Rosnay de schuld die wordt veroorzaakt door lang bewaarde geheimen en ze laat de schade zien die kan worden toegebracht wanneer de waarheid uiteindelijk wordt ontrafeld.
De boekendief, Markus Zusak (2005)
Dit boek gaat over Liesel Meminge, een negenjarig meisje. Haar kleine broertje overlijd net voordat haar moeder haar achterlaat bij haar adoptieouders in een klein Duits stadje.
Om om te gaan met de verliezen in haar leven, wordt Liesel een dief. Haar eerste diefstal pleegt ze op haar broertjes begrafenis.
Terwijl ze naast het graf van haar broertje staat, trekt iets haar aandacht. Ze pakt een boek op dat ligt verscholen in de sneeuw. Het is ‘Het Handboek van een Doodgraver’. Dit markeert het punt waarop ze een liefde ontwikkelt voor boeken en woorden.
Op een dag staat Max Vandenburg, een 24jarige Joodse boxer op de stoep.
De stiefvader van Liesel staat in het krijt bij de overleden vader van Max en daarom verschuilen ze Max in de kelder.
Liesel en Max worden vrienden, maar ze leiden beiden aan hun eigen nachtmerries.
Wij waren de gelukkigen, Georgia Hunter (2017)
Deze New York Times’ bestseller vertelt het verhaal van de geassimileerde Poolse familie Kurc. In de lente van 1939 proberen drie generaties van de familie om een zo normaal mogelijk leven te lijden, ook al komt de oorlog steeds dichterbij.
De hele familie woont bij elkaar maar wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, verspreid iedereen zich over Europa en de rest van de wereld.
Gedreven door een sterke overlevingsdrang, moeten de Kurcs vertrouwen en hopen elkaar ooit weer terug te zien.
Een familielid wordt gearresteerd, een probeert het continent te ontvluchten, anderen proberen aan een zekere dood te ontsnappen door in fabrieken in het getto te werken en weer anderen doen zich voor als niet-Jood om zo in leven te blijven.
Gedurende vijf en half jaar van terreur is er geen enkel familielid dat ooit in paniek raakt. De menselijke geest blijkt vasthoudend en kan veel verdragen, ook tijdens een van de zwartste periodes uit de 20e eeuw.
De tatoeëerder van Auschwitz, Heather Morris (2018)
Deze internationale bestseller vertelt het verhaal van Ludwig (Lale) Sokolov, een Slovaakse Jood die getransporteerd wordt naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau.
Wanneer de bewakers erachter komen dat hij verschillende talen spreekt, wordt hij aan het werk gezet als tatoeëerder.
Als tatoeëerder heeft Lale een special positie waardoor hij in staat is zijn medegevangenen te helpen. Hij riskeert zijn eigen leven door juwelen en geld van vermoorde Joden te ruilen voor eten, om de gevangenen in leven te houden.
Op een dag staat gevangene 32407 in de rij om haar nummer getatoeëerd te krijgen. Lale stelt haar op haar gemak en uiteindelijk worden ze verliefd op elkaar.
Lale beloofd haar dat zij het kamp zullen overleven en dat ze zullen trouwen wanneer ze worden bevrijd.
Dit boek is geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van Lale Sokolov. Hij werd geïnterviewd als Holocaust overlevende.
Toen Lale uit het kamp kwam, emigreerde hij naar Amerika. Hij vertelde zijn verhaal pas na het overlijden van zijn vrouw omdat hij bang was om voor een collaborateur aangezien te worden.
Het Literaire Aardappelschiltaart Genootschap van Guernsey, Mary Ann Shaffer and Annie Barrows (2008)
Dit boek beschrijft het verhaal van schrijfster Juliet Ashton. In 1946, in de schaduw van de Tweede Wereldoorlog, is zij opzoek naar een nieuw onderwerp voor haar boek.
Ze vindt het onderwerp in brieven van een man die ze nooit heeft ontmoet, een bewoner van het Kanaal eiland Guernsey. Hij vindt haar naam aan de binnenkant van een boek.
Ze schrijven brieven naar elkaar en Juliet wordt tot zijn wereld aangetrokken. Julie vertrekt daarom naar het eiland waar ze de mensen van het genootschap, hun eiland, hun boekensmaak en de impact van de Duitse bezetting leert kennen.
Suite française, Irene Nemirovsky (2004)
Irene Nemirovsky was een bestsellerauteur voordat ze werd gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Helaas liet ze daar het leven voordat ze haar werk af kon maken.
Twee gedeeltes van het verhaal waren al af toen ze onderdook en het manuscript verborg in de koffer van haar dochter.
Het eerste gedeelte van het verhaal, Een storm in juni, begint in de chaos van 1940 in Parijs tijdens de invasie van de Nazi’s.
Veel mensen duiken samen onder, waar ze een wil om te leven delen en tegelijkertijd de zware tijd samen moeten ondergaan.
Het tweede gedeelte, Dolce, vind plaats in een dorp buiten Parijs dat bezet is door de Duitsers.
De dorpelingen worstelen met het samenleven met de Duitsers die zich in hun dorp bevinden. Hierdoor ontstaat er een keuze voor verzet of collaboratie.
Alleen in Berlijn, Hans Fallada (1947)
Dit boek vertelt het verhaal van Otto en Anna Quangel. Ze wonen in Berlijn tijdens de overheersing van de Nazi’s.
Wanneer zij het bericht ontvangen dat hun zoon is gesneuveld tijdens gevechten in Frankrijk, zetten ze een campagne op van stil verzet.
Ze beginnen met het verspreiden van kaarten met anti-Hitler slogans. De meeste van deze kaarten worden aan de Gestapo overgedragen en een dodelijk kat- en muisspel begint tussen de Quangels en Gestapo inspecteur Escherich.
Dit boek is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Elise en Otto Hampel werden in 1942 gearresteerd en vervolgens geëxecuteerd. Fallada las de documentatie over het stel, waarin hij ook foto’s van het stel vond.
Fallada schreef dit verhaal in 1946, in een naoorlogs Berlijn. Een paar maanden na het uitkomen van zijn boek, overleed hij.
Dit boek is zijn “pièce de résistance” voor een kleine groep mensen die opstonden tegen de Nazi-overheersing.