Nadat generaal Patch in 1943 de Japanners had verdreven van Guadalcanal, ging hij naar Europa. Hier voerde hij vanaf de landingen van Operatie Dragoon in augustus 1944 tot de Duitse overgave op 5 mei 1945 het bevel over het Amerikaanse 7e Leger. Patch bevrijdde de Elzas (met de Franse generaal De Lattre) en concentratiekamp Dachau bij München.
Er is niet veel bekend over luitenant-generaal Alexander Patch. Een van zijn ondergeschikten, generaal Lucian Truscott, noemde Patch ‘een bijzonder integere man, een moedige en bekwame leider en een onbaatzuchtige strijdmakker’. Patch gebruikte geen grove taal en bekommerde zich om zijn mannen.
In maart 1944 kreeg Patch het bevel over het Amerikaanse 7e Leger, waarmee hij onder de codenaam ‘Operatie Dragoon’ Zuid-Frankrijk binnenviel. Het 7e Leger bevatte ook veel Franse eenheden, die door Patch werden geprezen om hun heldhaftigheid.
De invasie was een succes. Achtervolgd door het 7e Leger trokken de Duitse troepen zich terug door de Rhônevallei. In één maand legde het leger meer dan 600 kilometer af en bevrijdde onderweg Marseille, Lyon, Toulon en nog vele andere plaatsen.
In de winter van 1944-1945 vochten Patch en zijn mannen tegen Duitse troepen in de Vogezen. Ze hadden het zwaar te verduren tijdens Operatie Nordwind, een van de laatste Duitse offensieven in het westen. Toen het Patch en zijn leger was gelukt om de Duitse opmars te stoppen, gingen ze weer in de aanval. Ze heroverden het gebied dat ze tijdens Nordwind hadden prijsgegeven en staken uiteindelijk de Rijn over, Duitsland in.
Op 29 april 1945 werd het concentratiekamp Dachau bevrijd door eenheden die onder het bevel van Patch stonden.