Christiaan Lindemans, alias King Kong, was lid van het verzet en organiseerde ontsnappingsroutes. Hij werd in 1944 door de Duitse inlichtingendienst gerekruteerd. Op 15 september voorzag hij de Duitsers van belangrijke informatie over Operatie Market Garden. Twee dagen voor aanvang van de operatie.
Lindemans werd in 1912 in Rotterdam geboren. Vanwege zijn omvang –hij was 1.90 lang en woog 120 kg- kreeg hij de bijnaam King Kong. In juli 1940 kreeg Lindemans een baantje als chauffeur van tankwagens voor de Duitse luchtmacht. Tijdens zijn verblijf in Frankrijk raakte hij betrokken bij het Franse verzet. Zijn mede verzetstrijders prezen hem om zijn moed, maar zagen bij hem ook psychopathische trekjes. Lindemans had gewelddadige uitbarstingen en leek het leuk te vinden om mensen te vermoorden. Hij kreeg daarom nooit het volledige vertrouwen van het verzet.
In de jaren daarna klaarde Lindemans diverse klussen voor het Franse, Belgische en Nederlandse verzet. Begin 1944 keerde hij terug naar Rotterdam. Daar ontdekte hij dat zijn broer gevangen zat voor het helpen van geallieerde piloten. Om zijn broer te redden, ging Lindemans werken voor de Duitse inlichtingendienst, de Abwehr. Als informant verraadde Lindemans een groot aantal verzetsmensen.
Begin september 1944 was Lindemans in Antwerpen, waar hij aan de kant van de geallieerden vocht om zo zijn dekmantel als verzetstrijder overeind te houden. Vanwege zijn lange verzetservaring werd hij op missie naar Nederland gestuurd. Lindemans maakte van deze gelegenheid gebruik om de Duitsers te informeren over de geallieerde plannen voor Operatie Market Garden, die hij had opgepikt in Antwerpen.
Zijn inlichtingen werden echter vanwege Duits wantrouwen omtrent zijn verzetsverleden, niet serieus genomen. Lindemans verraad had zodoende geen invloed op de uitkomst van Market Garden.
In oktober 1944, een maand na Operatie Market Garden, werd Lindemans verraden en door de geallieerden gearresteerd. Hij bracht de rest van de oorlog in het gevang door en pleegde uiteindelijk, in afwachting van zijn berechting, op 26 juli 1946 zelfmoord.