James Megellas sloot zich in mei 1942 aan bij het Amerikaanse leger, waarna hij werd ingezet in Italië, Nederland, België en Duitsland. Hij was betrokken bij enkele van de bekendste veldslagen van de Tweede Wereldoorlog en is een van de meest onderscheiden leden van de 82e Luchtlandingsdivisie.
Toen James Megellas in mei 1942 bij het Amerikaanse leger ging, wilde hij zo snel mogelijk naar het front. Na maanden van training, in oktober 1943, werd hij ingedeeld bij het 504th Parachute Infantry Regiment van de 82e Luchtlandingsdivisie. Hij kwam voor het eerst in actie toen hij in Italië de leiding had over een peloton tijdens de gevechten in de Apennijnen en bij het bruggenhoofd van Anzio.
Vanwege de zware verliezen in Italië verbleef zijn regiment in Engeland terwijl de rest van de 82e Luchtlandingsdivisie op 6 juni 1944, D-Day, in Frankrijk landde (Operatie Overlord). In september 1944 voegden Megellas en zijn eenheid zich weer bij de 82e Divisie voor Operatie Market Garden. Tijdens deze operatie deed Megellas mee aan de gedurfde oversteek van de Waal bij Nijmegen. Terwijl ze hevig werden beschoten, staken de paratroepers in krakkemikkige canvasbootjes de rivier over. De verliezen waren enorm.
Voor zijn moedige gedrag werd Megellas beloond met het ‘Distinguished Service Cross’. Na Operatie Market Garden deden Megellas en zijn eenheid in december 1944 mee aan het Ardennenoffensief en aan de invasie van Duitsland, waar ze getuige waren van de bevrijding van concentratiekamp Wöbbelin in Ludwigslust.
Tijdens de grote overwinningsparade in januari 1946 leidde Megellas zijn compagnie over Fifth Avenue in New York. Na de oorlog ging hij met pensioen en werd hij actief in de politiek. Over zijn oorlogservaringen schreef hij ‘All the way to Berlin’.