Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Europa zes miljoen Joden vermoord door de Duitse bezetter. Rose Jakobs was een Joods meisje dat tijdens de bezetting van Nederland kon onderduiken. Net als Anne Frank schreef ze een dagboek. In tegenstelling tot Anne overleefde ze de onderduik, maar werd na de bevrijding van Nijmegen alsnog gedood door een bomsplinter.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in het bezette deel van Europa Joden vervolgd. In het begin werden ze gediscrimineerd en uitgesloten, maar al snel volgde deportatie en vernietiging. Uiteindelijk werden er door de nazi’s zes miljoen Joden vermoord, waarvan 100.000 uit Nederland.
Rose Jakobs was een van de Joden die wist te overleven door onder te duiken. Net als Anne Frank was Rose een Duits meisje. Ze was met haar familie Duitsland ontvlucht, op zoek naar een veilige plaats. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland was Rose ook hier niet meer veilig. Ze wist onder te duiken in Nijmegen en Beek en hield gedurende die tijd een dagboek bij.
Op 20 mei 1943 schreef ze:
“Ik denk vaak dat we erg weinig kans maken om aan deze gruwelijke hel te ontsnappen. We lopen constant risico dat we ontdekt worden, en dan zijn er nog overal die bommen en die rot moffen. Maar dan denk ik aan het nachtgebed: ‘de eeuwige is bij me, en ik vrees niemand’.”
Het dagboek van Rose vertelt het verhaal van een jonge vrouw die gedwongen is tot een gekooid bestaan. Operatie Market Garden in september 1944 betekende voor Rose de bevrijding. Ze kon eindelijk uit haar schuilplaats komen.
Maar toen sloeg het noodlot alsnog toe. Terwijl ze buiten op straat liep werd ze geraakt door een bomsplinter en stierf ze aan haar verwondingen. Het oorlogsdagboek van Rose Jakobs werd 55 jaar na haar dood alsnog gepubliceerd.