In december 1944 kwam Svetoslao N. Hlopoff als soldaat van het Amerikaanse leger in het oosten van Frankrijk aan. Na de overgave van nazi-Duitsland belandde hij via een omweg bij de Geallieerde Controleraad in Berlijn, waar hij werkte als Russisch-Engelse tolk. Daar maakte hij het begin en eind van de samenwerking van de vier bezettingsmachten mee.
Svetoslao N. Hlopoff werd in 1924 in Rome geboren als zoon van Russische immigranten. Toen hij vijf jaar oud was, verhuisde zijn familie naar Parijs en negen jaar later naar New York. Toen de Verenigde Staten in december 1941 actief betrokken raakten bij de Tweede Wereldoorlog, werd Svetoslao vanwege zijn Italiaanse nationaliteit tot ‘vijandige vreemdeling’ bestempeld. Daardoor kon hij zich niet meer vrij bewegen.
Dit veranderde in september 1943, toen de geallieerden een wapenstilstand met Italië sloten. Kort daarna ging Svetoslao het Amerikaanse leger in en kreeg hij tegelijkertijd het Amerikaanse staatsburgerschap. In december 1944 trok hij met de 42e Infanteriedivisie via Marseille naar het front in Oost-Frankrijk. Gedurende een kort verblijf in Parijs in maart 1945 bezocht hij een Russisch-Orthodoxe kerk. Soldaten van het Amerikaanse leger ontdekten toen zijn kennis van de Russische taal. Samen met enkele andere meertalige officieren werd hij verder geschoold in de Russische taal en cultuur.
In juli 1945 reisde Hlopoff met de eerste Westerse bezettingsmacht naar Berlijn, waar hij als Engels-Russische tolk en vertaler ging werken bij de Geallieerde Controleraad. Afgevaardigden van de vier bezettingsmachten troffen elkaar daar met regelmaat om te onderhandelen over politieke, economische en sociale zaken aangaande Berlijn. Svetoslao N. Hlopoff herinnert zich de samenwerking bij de Geallieerde Controleraad als constructief, althans tot aan de eerste Berlijnse crisis, aan het begin van de zomer van 1948. Na de Sovjetblokkade van Berlijn en het einde van de samenwerking tussen de vier grootmachten, keerde Hlopoff in de herfst van 1948 terug naar de Verenigde Staten.