- Monument/Memorial
- Muzealna 4, 82-110 Sztutowo, Pologne
In juni 1944 bouwden de Duitsers het gevangeniskamp Stutthof om tot een concentratiekamp. Meer dan 50.000 Joden werden naar Stutthof gedeporteerd, voornamelijk vrouwen uit Polen, Hongarije en de Baltische staten. De overgrote meerderheid daarvan stierf onder verschrikkelijke omstandigheden.
Toen het Sovjetleger in juli 1944 het oosten van Polen bereikte, deporteerden de Duitsers Joden uit concentratiekamp Lublin (Majdanek) naar Stutthof. Die zomer volgden ook 23.600 Joodse gevangenen uit Auschwitz – voornamelijk vrouwen uit Hongarije – en 10.000 Joden uit het getto van Kovno (Kaunas). Nog grotere deportaties begonnen in augustus 1944 uit kampen en getto’s in de Baltische staten, met name Riga, Vilnius en Kaunas. Enkele cijfers ter vergelijk: in juni 1944 was nog maar 3% van de 37.600 gevangenen Joods. Eind dat jaar waren in totaal bijna 50.000 Joden naar Stutthof gedeporteerd, waarvan 98% vrouwen. Daarmee vormden de Joden veruit de grootste groep gevangenen.
Stutthof raakte overbevolkt en de leefomstandigheden verslechterden snel. De Joden werden geïsoleerd van de andere gevangenen. Ze leefden in primitieve omstandigheden in overvolle barakken waar de meest basale sanitaire voorzieningen ontbraken. Voedselrantsoenen waren absurd klein. De Duitsers bouwden een gaskamer voor het doden van 25 tot 30 Joden tegelijk. Op deze wijze waren in januari 1945 al 9.400 Joden vermoord. De laatste maanden waren echter het meest verschrikkelijk. Na de eerste dodenmars in januari bleven in Stutthof ongeveer 7.000 Joodse vrouwen achter. Nieuwe dodenmarsen en andere ontberingen volgden. Slechts 1.500 van hen overleefden de oorlog.