Op de zevende dag van de aanval op het Militaire Transit Depot, om 04:30 uur, richtte het Duitse oorlogsschip Schleswig-Holstein zijn kanonnen weer op Westerplatte. Een half uur later viel ook de Duitse infanterie aan, maar die werd gedwongen zich terug te trekken. Een nieuwe poging om het bos in brand te steken, mislukte. Zwaar Duits mortiervuur schakelde echter Wachthuis nr. 2 uit.

Verder vechten bleek zinloos voor de Poolse verdedigers. Ze hadden geen munitie meer en bovendien verslechterde de toestand van de gewonden in de kelders van de kazerne. Verband en medicatie waren schaars of ontbraken. Major Sucharski besloot daarom zich over te geven. De soldaten verzamelden zich voor de kazerne voor hun laatste appèl, en marcheerden daarna naar gevangenschap. De Duitsers vervoerden de gewonden naar ziekenhuizen in Gdansk. De Poolse officieren werden overgebracht naar Hotel Centralny, en de onderofficieren en soldaten naar een tijdelijke gevangenis in het fort op de Bischofsberg (Biskupia Góra). Majoor Sucharski werd toegestaan om in gevangenschap zijn sabel te dragen, als erkenning voor zijn moed.

Tijdens de verdediging van Westerplatte werden 15 Poolse soldaten gedood en 26 gewond (hoewel deze cijfers onvolledig zijn). De Duitse verliezen worden geschat op 50 doden en 121 gewonden.