Van de zes Duitse militaire begraafplaatsen in Normandië is La Cambe met 21.200 graven, de grootste en meest bekende. De andere Duitse begraafplaatsen zijn Champigny/Saint-Andre-de-l’Eure, Mont-de-Huines, Marigny, Orglandes en Saint-Desir-de-Lisieux. In totaal liggen in Normandië 80.000 Duitse soldaten begraven. Sommige soldaten stierven al vóór de Slag van Normandië, een aantal in gevangenschap daarna.

De La Cambe begraafplaats dateert uit de zomer van 1944, toen het Amerikaanse leger twee tijdelijke begraafplaatsen aanlegde op het slagveld in de buurt van het dorp La Cambe, één gereserveerd voor Amerikaanse soldaten, de andere voor de Duitsers. Na de oorlog besloot de American Battle Monuments Commission om de overblijfselen van de Amerikaanse soldaten bijeen te brengen op de begraafplaats van Saint-Laurent-sur-Mer. In de jaren ’50 werd de administratie van de Duitse begraafplaatsen toevertrouwd aan de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge, een humanitaire organisatie die door de Bondsrepubliek Duitsland als taak kreeg om te zorgen voor de Duitse gesneuvelden in het buitenland onder het motto ‘Versöhnung über den Gräbern’ (‘verzoening over de graven’). In 2009 werd een internationaal gesponsord vredespark met 1.200 esdoorns aangelegd.

Net als alle andere Duitse militaire begraafplaatsen van de twee wereldoorlogen, geeft La Cambe de status van de verslagenen aan. In tegenstelling tot de geallieerde begraafplaatsen zijn de kruisen en grafstenen donker. Dit was reeds bepaald in het Verdrag van Versailles in 1919 voor de begraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog. Het landelijk karakter van de huidige begraafplaats roept de bezoekers op om te leven in vrede.

Toeristische informatie

Ga voor meer informatie en de openingstijden naar: http://www.dday.center/cemetery_de_lacambe.html