Het Europese drama van 1939-1945 leidde overal tot grootschalige verwoesting. Miljoenen mensen kwamen om, raakten verminkt of getraumatiseerd. De nederlaag van Adolf Hitler’s nazi-Duitsland was daarom een enorme opluchting. Maar de Sovjet-leider Joseph Stalin, die een belangrijk aandeel had in het verslaan van nazi-Duitsland, dacht heel anders over die bevrijding. Al snel legde hij Polen en andere landen zijn wil op en installeerde er een communistisch regime.
Het einde van de Tweede Wereldoorlog had in Oost-Europa een heel andere betekenis dan in West-Europa. De Duitse bezetter was weliswaar verdreven, maar het bevrijdende leger bracht vrijheid noch democratie. Stalin’s totalitaire Sovjet-Unie was de nieuwe bezetter. Estland, Letland en Litouwen werden geannexeerd; andere landen in Oost-Europa, formeel onafhankelijk, kregen een communistische ideologie opgelegd. Net als tussen 1939 en 1941 voerden aanhangers van het communisme in Polen een hardvochtig bewind. Sommige groeperingen zochten aansluiting bij de communisten; de gewone burgers waren vooral blij met het einde van de bezetting en probeerden hun leven weer op te bouwen. Maar de nieuwe overheersers eisten totale controle. Wie hun ideologie niet aanhing, was verdacht; wie de wettelijk Poolse regering in ballingschap trouw bleef, was een doelwit van de gevreesde geheime politie. De moed van de anti-Duitse verzetstrijders kon niet voorkomen dat veel van hen werden opgepakt, gemarteld en veroordeeld tot dwangarbeid of de dood. Tot hun grote schande betitelde de communistische propaganda hen bovendien als nazi collaborateurs.
Opnieuw namen velen de wapens op, in de hoop op een snelle val van het communistisch bewind. Anderen geloofden oprecht in het nieuwe systeem, dat arbeiders en boeren ogenschijnlijk nieuwe kansen bood.
De onderdrukking in Polen bereikte een dieptepunt bij de verkiezingen van 19 januari 1947. Ondanks internationale afspraken werd de verkiezingsuitslag gemanipuleerd, zodat de communisten alle macht kregen in het parlement en een communistische dictatuur vestigden. Pas na de opkomst van Solidarnosc, de vrije Poolse vakbeweging, en de ineenstorting van de Sovjet-economie eind jaren tachtig werd Polen weer een democratie.