De 51e Highland Infanterie Divisie werd samengesteld in 1939 en maakte deel uit van ‘the territorial force’. Een groot aantal van de divisies’ mannen waren gevangen genomen in mei 1940. Nadat de divisie weer qua kracht hersteld was, nam deze deel aan campagnes in Noord-Afrika (juni 1942) en Sicilië (juli 1943). De ervaren troepen werden teruggehaald naar Engeland om zich vanaf november 1943 voor te bereiden op Operatie Overlord.

Op 6 juni 1944 landde de 51e Highland Divisie op Gold Beach. De mannen kwamen voor het eerst in gevecht met de Duisters in een radarstation in Douvres-la-Délivrande. Vanaf 9 juni vochten ze in de bossen van Bavent tot aan het oosten van de rivier de Orne waar de divisie heen was gegaan om het bruggenhoofd van de 6e Britse Luchtlandingsdivisie te versterken. De 51e Hihgland Divisie werd geleid door Generaal Bullen-Smith. De Schotse divisie was vermoeid na een lange strijd met de in loopgraven bivakkerende Duisters. Daardoor had de divisie alleen maar een ondersteunende rol bij Operatie Goodwood (18-21 juli 1944), waarvan het doel was om Caen te bevrijden. Na een periode van rust, werd de divisie samen gevoegd met het 2e Canadese Korps. Nu viel de eenheid onder het bevel van Generaal Rennie. Tijdens Operatie Totalize leidde ze tussen 7 en 11 augustus een aanval om de stad Falaise in te nemen. Met moeite vorderde de divisie naar Garcelles en Saint-Aignan-de-Crasmenil. Daarna ging het oostwaards om uiteindelijk Lisieux te bereiken. Deze stad werd bevrijd op 23 augustus 1944. Nadat ze de Seine waren overgestoken, werd de Schotten de symbolische missie gegeven om het stadje Saint-Valéry-en-Caux te bevrijden om zo wraak te nemen voor de vernedering van 1940. Ze vochten voor het laatst in Normandië tijdens de slag om Le Havre (10-12 september 1944). Daarna trokken ze verder naar de Ardennen en Nederland.