De laatste grote slag van de campagne in Normandië werd uitgevochten in augustus 1944 in de zogeheten Falaise-Argentan Pocket. De geallieerden omsingelden en vernietigden een groot deel van de Duitse troepen. Toch wisten tienduizenden Duitse soldaten te ontsnappen. Een gedenkteken op de plek toont de verschillende fasen van deze bloedige confrontatie.

De Poolse militaire begraafplaats in Urville-Langannerie, Normandië, is de enige Poolse begraafplaats van de regio. De begraafplaats bevat 696 graven, meestal van mensen die stierven tijdens de gevangenneming van Caen en in de strijd om de Falaise-kloof te dichten. Poolse

Het Herdenkingsmuseum van de slag om Normandië ligt naast de Britse militaire begraafplaats in Bayeux. Het museum toont stap voor stap de heftige strijd van de geallieerden tegen de Duitse troepen gedurende tien weken, van de geallieerde landingen op D-Day tot de terugtrekking van de Wehrmacht achter de rivier de Seine.

De begraafplaats in Beny-sur-Mer ligt op een paar kilometer van Juno Beach en is een van de twee Canadese militaire begraafplaatsen in Normandië. In totaal liggen er 4.800 graven van gesneuvelde soldaten tijdens de zomer van 1944. Dat geeft de betekenis aan van de Canadese deelname aan de bevrijding van Frankrijk en Noordwest-Europa.

Sleutel tot de bevrijding van West-Europa De Slag om Normandië, uitgevochten tussen de landingen op 6 juni 1944 en de bevrijding van Parijs op 25 augustus, wordt vaak over het hoofd gezien. Toch bepaalde deze campagne het verloop van de