De bezetting van Berlijn en Duitsland
De Tweede Wereldoorlog eindigde in de lente van 1945 met de geallieerde overwinning op Nazi-Duitsland. Het lot van het Duitse volk lag nu in de handen van de vier overwinnaars: de Verenigde Staten, de Sovjet Unie, Groot-Brittannië en Frankrijk. Duitsland en Berlijn werden onder een vier- partijenregering geplaatst.
De Tweede Wereldoorlog in Europa begon met de Duitse invasie van Polen. De oorlog verspreidde zich daarna snel naar West- en Noord-Europa. De Duitse invasie van de Sovjet Unie en de Japanse aanval op Pearl Harbor eind 1941, maakte het conflict tot een wereldoorlog. Het bracht de Verenigde Staten, de Sovjet Unie en Groot-Brittannië samen in een bondgenootschap. Frankrijk kreeg de status van vierde bondgenoot in het begin van 1945.
Met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland op 8 mei 1945 in Berlijn-Karlhorst, hadden de geallieerden een van hun belangrijkste oorlogsdoelen bereikt. Met de Verklaring van Berlijn op 5 juni 1945 kregen de vier mogendheden de volledige zeggenschap over Berlijn en Duitsland.
Daardoor werden de beslissingen van de overwinnaars de wet van het land. Ieder apart in hun respectievelijke Berlijnse zone of gezamenlijk, via de Geallieerde Gezagsraad voor heel Duitsland. Berlijn, de hoofdstad van het ingestorte Duitse Rijk, werd bezet door alle vier de mogendheden.
Bij de laatste geallieerde conferentie van de Tweede Wereldoorlog in Potsdam, namen de geallieerden besluiten over denazificatie, democratisering, demilitarisering en wederopbouw van het zwaar getroffen land.
Groeiende spanning tussen de drie westerse mogendheden en de Sovjet Unie veroorzaakte dat de belangrijkste beslissingen al snel niet meer gezamenlijk werden genomen, maar door iedere militaire overheid apart in zijn eigen bezettingszone.