Een van de grootste technische hoogstandjes uit de oorlogsgeschiedenis
Operatie Pluto (Pipe Line Under The Ocean) is een van de grootste technische hoogstandjes uit de oorlog. Met succes werden enorme pijpleidingen gefabriceerd en onder het Kanaal tussen Zuid-Engeland en Frankrijk gelegd. Zo kon brandstof veilig worden getransporteerd naar de troepen in Europa. De pijpleidingen droegen veel bij aan het succes van de geallieerde operaties.
Omdat legers veel brandstof nodig hebben, wilden de geallieerden een gegarandeerde levering van brandstof na de mogelijke invasie in Europa. Het transport van brandstof door olietankers was echter te riskant vanwege mogelijke aanvallen en onvoorspelbare weersomstandigheden. Al in 1942 werden daarom voorbereidingen getroffen om pijpleidingen aan te leggen onder het Kanaal tussen Zuid-Engeland en Frankrijk. Na geheime en succesvolle proeven in Medway en Schotland werden in de zomer van 1944 twee leidingen aangelegd, van Shanklin op het Isle of Wight naar Port-en-Bessin en van Dungeness naar Ambleteuse.
In Dungeness werden korte leidingstukken aangevoerd via het spoor. Daar werden ze met elkaar verbonden en rond enorme haspels gewonden. Vervolgens werd de leiding door sleepboten in de oceaan gelegd. Om de dreiging van vijandelijke aanvallen tegen te gaan, werden pompstations gecamoufleerd als gewone gebouwen. Sommige van deze gebouwen – ijssalons, garages en bungalows – bestaan nog steeds, zoals Pluto House in Dungeness.
Na de eerste kinderziekten leverde de pijpleiding ongeveer 4 miljoen liter brandstof per dag.
Tegen het einde van de oorlog was bijna 700 miljoen liter afgeleverd in Frankrijk – een bijzonder staaltje techniek dat mede wordt gezien als de sleutel tot de succesvolle invasie van Europa na D-Day.